« Terug naar zoeken
De sloep is een zeilboot met één zeer hoge mast dat zich op een positie dichter bij de boeg bevindt, en twee zeilen: een grootzeil en een voorzeil. Het voorzeil wordt aan de voorkant verlengd en kan, afhankelijk van de grootte en vorm van het zeil, een fok of een genua zijn. De positie van de mast is het belangrijkste kenmerk om de sloep te onderscheiden van andere zeilboten. Normaal gesproken worden sloepen gebouwd met houten planken die bovenop elkaar worden genageld. Sloepen zijn meestal zeer snelle boten, omdat hun zeiloppervlak zeer groot is in verhouding tot de grootte van de boot. Ook zijn ze hanteerbaar, omdat hun tuigage zeer eenvoudig is. Ze kunnen een opmerkelijke snelheid bereiken bij wind mee, maar ze zijn ook ontworpen om optimaal tegen de wind in te zeilen. In het verleden werd de sloep veel gebruikt door smokkelaars die dankzij de geringe diepgang en wendbaarheid, waardoor hij riffen en binnenwateren kon bevaren, andere schepen gemakkelijk kon bereiken.